Op de avond van het vertrek van de enige bewindspersoon met een niet-westerse migratieachtergrond, stelde premier Schoof vast dat er geen sprake was, of is, van racisme binnen de coalitie. Sinds die onrustige politieke week stemde de Tweede Kamer over twee vrijwel identieke moties, die beide beogen paal en perk te stellen aan discriminatie van kwetsbare minderheden.

De eerste motie is ingediend door het lid Geert Wilders van de PVV. De motie roept op tot de maximale inzet voor de veiligheid van de Joodse gemeenschap. De voltallige Tweede Kamer heeft voor de motie gestemd.

De tweede motie is ingediend door het lid Ismail el Abassi van Denk en roept in exact dezelfde bewoordingen op tot de maximale inzet voor de veiligheid van de islamitische gemeenschap. Deze motie is gesteund door vrijwel de voltallige oppositie en regeringspartij NSC van Pieter Omtzigt. Regeringspartijen BBB, VVD en PVV stemden tegen.

Het is veelzeggend dat we in Nederland in de strijd tegen discriminatie onderscheid maken tussen verschillende minderheden. In plaats van voor iedere minderheid een eigen motie in stemming te brengen, zouden we ons samen moeten inzetten voor de veiligheid van alle Nederlanders. Hier hoeft geen motie aan te pas te komen, deze bepaling staat al in de Grondwet.

De grote vraag blijft: als er geen sprake is van racisme binnen de coalitie, zou premier Schoof dan eens kunnen uitleggen waarom zijn ploeg onderscheid maakt tussen de veiligheid van Joodse en islamitische Nederlanders?