Den Haag

Vorige maand – tijdens de Algemene Beschouwingen – in de wandelgangen van de Tweede Kamer: Rutte loopt met een stapel aantekeningen onder de arm van de ministerskamer naar de vergaderzaal. De voorlichters om hem heen maken een gehaaste indruk. Bij de ontmoetingsplek voor politici en journalisten (onderling de tippelzone genoemd), blijft Rutte doodgemoedereerd staan. ‘Wat vond je van mijn aanvaring met Wilders?’ vraagt hij de ene verslaggever. ‘Lang geleden dat we elkaar hebben gesproken,’ voegt hij de ander toe. ‘Rook je nog altijd Hajenius sigaren?’ wil hij van een derde weten. De politieke spanningen tussen kabinet en gedoogpartner zijn de premier niet aan te zien.

In Haagse fluisteraars, mijn boek over de woeste omgangsvormen tussen bewindslieden, Kamerleden, journalisten, voorlichters en politiek adviseurs op departementen, komt Rutte er genadig vanaf. Voor dat boek interviewde ik zo’n twintig ingewijden. Ondanks hun verschillende politieke achtergronden prezen ze...