Schrijver Dina Nayeri kent de blik. De blik van jonge, idealistische vrijwilligers in de vluchtelingenkampen in Griekenland. De gretige blik van mensen die iets goeds doen voor de wereld, maar die vooral ook waardering willen voor die goede daden. ‘Het is een heel menselijke emotie, maar je moet je realiseren dat de mensen die je helpt al weken, maanden, jaren op hulp zijn aangewezen. Uit nood. En dat alle hulpverleners die ze daarbij ontmoeten om dankbaarheid vragen.’

Verwacht niets, zegt ze als ik haar spreek via Skype. Dat je iemand helpt die door bruut toeval een minder fortuinlijk geboortelot getroffen heeft, is niet meer dan medemenselijkheid.

Ook in haar Amerikaanse leven bleef de dankbaarheidsverwachting Dina Nayeri achtervolgen.

Nayeri was acht toen ze met haar moeder en broertje Iran ontvluchtte. Haar moeder had zich bekeerd tot het christendom, probeerde ook anderen voor dat geloof te winnen en werd herhaaldelijk berispt door de moraalpolitie. Toen de dreiging van...