De kabinetsformatie van 1981, die eindigde in een ‘vechtkabinet’ dat al voor de regeringsverklaring viel, zou wel weer eens hoogst actueel kunnen worden.

De moeder van alle moeizaam verlopen kabinetsformaties was die van 1981. Het zat zo: Dries van Agt van het CDA en Hans Wiegel van de VVD hadden tot hun grote genoegen vier jaar over rechts geregeerd, maar waren bij de verkiezingen hun meerderheid in de Tweede Kamer kwijtgeraakt. Van Agt kon er niet onderuit onderhandelingen te gaan voeren met de PvdA en D66, wat hij met lange tanden deed.

Ook zijn gesprekspartners, Joop den Uyl en Jan Terlouw, waren niet dolenthousiast. De PvdA-leider gruwde van de conservatieve katholiek Van Agt die in 1977 het tot stand komen van een progressief kabinet had verhinderd. Bij D66 zat de aversie tegen Van Agt minder diep, maar de partij wilde de kiezer laten zien dat er ‘nieuwe politiek’ gevoerd zou worden en daar hoorden geen oude vertrouwde gezichten bij.

Aan de formatietafel ontstond al snel ruzie over inhoudelijke onderwerpen als de noodzakelijke bezuinigingen en het werkgelegenheidsbeleid, maar vooral over de vraag wie premier van het centrumlinkse kabinet moest worden. Het CDA was met 48 zetels de grootste partij geworden en vond het vanzelfsprekend dat Van Agt de bewoner van het Catshuis bleef. De sociaaldemocraten rekenden heel anders: de PvdA had 44 zetels in de wacht gesleept, D66 had er 17, als je die bij elkaar optelde, waren het er 61. De progressieven hadden de meerderheid in het kabinet, dus was het logisch dat Den Uyl premier werd.De PvdA-leider gruwde van de conservatieve katholiek Van Agt die in 1977 het tot stand komen van een progressief kabinet had verhinderd.

Na een wekenlange impasse ging D66 overstag: de partij besloot Van Agt te accepteren. De PvdA volgde schoorvoetend. Wel werd als tegenprestatie bedongen dat Den Uyl behalve vicepremier ook minister van Sociale Zaken, Werkgelegenheid, Emancipatie en Overzeese Gebiedsdelen werd. Een soort superminister dus.

Het tweede kabinet-Van Agt, zoals het heette, was geen lang leven beschoren. Het viel al voordat de regeringsverklaring kon worden afgelegd, werd gelijmd, maar kwam binnen een jaar opnieuw – en nu definitief – ten val. Het zou de geschiedenis ingaan als het ‘vechtkabinet’. Terecht doopten Charl Schwietert en Hans Hillen hun boek over het tot stand komen van het kabinet-Van Agt/Den Uyl De formatie van een tijdbom.

Steunpilaren

De gang van zaken in 1981 zou binnenkort wel weer eens hoogst actueel kunnen worden. Dit keer zijn het Rutte en Asscher die na de verkiezingen niet door kunnen regeren, vooral door het gigantische verlies van vertrouwen in de PvdA. 15 maart nadert met rasse schreden en ondanks alle tv- en radiodebatten tekent zich voor geen enkele partij een klinkklare overwinning af. In de peilingen steken PVV en VVD net iets boven de concurrentie uit, maar met Wilders wil niemand regeren en om aan een Kamermeerderheid te komen heeft Rutte de steun van drie tot vier andere partijen nodig. Zijn voorkeur gaat uit naar een kabinet met CDA en D66, zei hij tijdens het lijsttrekkersdebat op Radio 1. Maar op dit moment zou die combinatie maar over 60 tot 65 Kamerzetels beschikken. Dus zijn ook de ChristenUnie c.q. de PvdA c.q. GroenLinks c.q. de SP c.q. de SGP c.q. 50Plus nodig. Mark Rutte is flexibel genoeg om al die partijen ‘comfort te bieden’, zoals hij dat noemt.

Alleen: zullen al die potentiële steunpilaren hem de prolongatie van zijn premierschap gunnen? In de Haagse wandelgangen circuleert het gerucht dat verschillende van die partijen een andere kandidaat naar voren willen schuiven. Tijdens de campagne hebben vooral het CDA en D66 flink afgegeven op Rutte. Het ontbreekt hem aan moreel leiderschap, herhaalt Sybrand Buma met de regelmaat van een klok. ‘De erfenis van dit kabinet na vier jaar is een land waar de publieke moraal verloren is gegaan. Moreel leiderschap is een handschoen die deze premier nooit heeft willen oppakken,’ zei Buma op het CDA-congres in Barneveld.

Lees ookSybrand Buma: 'Ideologie is de bron waar je je aan laaft’21 februari 2017In het interview dat Thijs Broer en ik met hem hadden, liet hij zich nog scherper uit: ‘Als je ideologie overboord zet, als je niet meer weet waar je voor staat, kom je uit bij de loze beloftes van Rutte: iedereen duizend euro erbij, geen cent meer naar de Grieken.’ Buma noemde zich in ideologisch opzicht ‘de echte uitdager van Mark Rutte’. De VVD-leider heeft zich met zijn ‘pleur op!’-uitspraak gediskwalificeerd als premier van alle Nederlanders, vond Alexander Pechtold op zijn beurt.

Het ontbreekt Rutte aan moreel leiderschap, herhaalde Sybrand Buma met de regelmaat van een klok.

Stel dat die twee tijdens de kabinetsformatie een bondje met elkaar sluiten en zeggen dat ze samen over meer zetels beschikken dan de VVD, dan zou de nieuwe premier weleens Buma of Pechtold kunnen heten in plaats van Rutte. Op zijn minst is het voor beide partijen verleidelijk om met zo’n scenario te dreigen: mocht Rutte het Torentje niet willen opgeven, dan zal hij inhoudelijk flink water bij de wijn moeten doen. Als de verkiezingsuitslag een vier- of vijfpartijenkabinet nodig maakt, is het niet ondenkbaar dat zulke spelletjes zullen worden gespeeld. Met het premierschap als inzet.

Na 15 maart kan het een lange kabinetsformatie worden. Net als in 1981.

Meer Max van Weezel? Neem de nieuwsbrief van Vrij Nederland.