Karina Wolkers, vijf jaar later

A ls er twee geliefden onafscheidelijk zijn geweest, dan wel Jan en Karina Wolkers. Maar vraag haar waarom ze verliefd op hem werd en ze kan geen antwoord verzinnen. ‘Wat moet ik daar nou op zeggen? Het was instinctief,’ roept ze uit tijdens een septembermiddag in haar huis op Texel. Maar als we elkaar later telefonisch opnieuw spreken, vertelt ze een anekdote. Ze zag hem vaak lopen door de Amsterdamse Rivierenbuurt, waar ze zijn achterbuurmeisje was. ‘Kijk, daar gaat Jan Wolkers, een geniaal beeldhouwer,’ zei haar vader soms, staand voor de ramen van hun bovenhuis. Ze moet veertien zijn geweest toen ze in een kort rokje de deur uit ging en dacht: ‘Ik hoop dat ik Jan Wolkers tegenkom.’ Nog voor ze hem één keer had gesproken, werd hij degene om wie haar gedachten cirkelden.

In 1962, dit jaar vijftig jaar geleden, werd het iets tussen hen, toen zij zestien was en hij vijfendertig. Ze kwam toevallig naast hem te zitten op een terras, hij...