In Tripoli overheersen na Khadaffi’s vertrek woede, angst en ontevredenheid. ‘Ik geloof niet in wat er nu gebeurt.’

‘Freedom!’ klinkt het uit de schorre kelen van een groepje rebellen dat een checkpoint bemant in het centrum van Tripoli. Maar dan springen ze gauw opzij: een man in korte broek en T-shirt komt keihard aanrijden op een politiemotor. De opstandelingen kijken de man lachend na. ‘Die motor heeft-ie net ergens gestolen, leuk toch?’ De nepagent scheurt de hoek om en heeft nu ook de knoppen van de sirene gevonden.

– ‘Zij lagen hier al vóór de val van Tripoli. dat betekent dat ze voor Khadaffi werkten’

Overal in Tripoli controleren jonge rebellen het verkeer en maken naar iedereen trots het V-teken. Wie dat overtuigend genoeg terugdoet, mag doorrijden, over een portret van Khadaffi of de oude groene vlag. Of over een combinatie van herinneringen aan een regime dat tweeënveertig jaar lang niet wilde wijken.

Tripoli is ingenomen, maar straalt de eerste...