Achter de hilarische anecdotes die O’Hanlon opdist, gaat een diep ongenoegen over de Britse aristocratie schuil.

Hij zat op zijn vaste stekkie bij de Chinees. Waarom altijd daar?

Omdat je zo dat ene plekje ziet, dat plekje voor het stoplicht waar de vrouwen even stoppen en uit het zadel gaan. Mooiste vrouwen van de hele wereld. Wat? Amsterdamse vrouwen hebben de mooiste benen van het heelal. Hij had er een theorie over: omdat hun huizen smal en hoog zijn, belopen ze al vele generaties lang de hoge trappen.

Ik probeerde Redmond O’Hanlon te interviewen. Het mislukte. De Britse troetelbeer diste anekdotes op die u al kent of die leuker zijn op televisie. Ik zie hem nog regelmatig op straat, waar hij rondstruint in tropische kleding, een vooroorlogse fotocamera op de buik. Je herkent hem uit duizenden. Al staat hij in de Orinoco, in Papoea-Nieuw-Guinea of op Antarctica, het meest in het oog springende exotische beest heet O’Hanlon. Prototype van Britishness. 
Zo weggelopen...