Uitgever Mai Spijkers

Tijdens een vakantie in Newcastle in 1973 belandt Mai Spijkers met zijn vriend Emmanuel Naaijkens op een berg met een overweldigend uitzicht. Het duurt niet lang meer voor ze klaar zijn met de middelbare school en ze filosoferen over wat ze daarna gaan doen. Het landschap omhult hen lieflijk, in de diepte zien ze Newcastle liggen. ‘Ik ga naar Amsterdam,’ zegt Spijkers. ‘Daar ga ik het maken.’ Het klinkt beslist en Naaijkens vindt de opmerking niet gek, in ieder geval niet uit de mond van Spijkers.

Ze komen uit het Brabantse Hilvarenbeek, waar de familie Naaijkens woont. Spijkers is er een paar jaar eerder in huis genomen, de familie Naaij­­kens is zijn pleeggezin. Hij trekt veel op met Em­ma­nuel en diens broer Zjef Naaijkens, jongens zonder al te ambitieuze vergezichten.

‘In onze wereld was ambitie not done,’ herinnert Emmanuel Naaijkens (59) zich nu. ‘Je deed school omdat het moest, niemand wilde carrière maken. Maar Mai was anders, hij...