‘Het is belangrijk dat we zorgen dat ook elektrische auto’s op de tweedehands markt beschikbaar worden. Daarom is die aankoopsubsidie voor nieuwe elektrische auto’s zo belangrijk, zodat […] die straks op de tweedehandsmarkt bereikbaar zijn.’

Ik keek naar staatssecretaris Stientje van Veldhoven, die bij Nieuwsuur aan tafel zat om het ontwerp-klimaatakkoord te verdedigen dat die dag was gepresenteerd door polderopperhoofd Ed Nijpels. Ik las ongemak in haar houding, hoorde weifeling in haar stem; maar dat kon ook projectie van mijn eigen plaatsvervangende schaamte zijn. Van Veldhoven hanteerde een soort groene trickle-down-logica: we subsidiëren nu de Tesla-feestjes van de rijken – de meest verkochte elektrische auto in Nederland – opdat ooit de hele Schilderswijk ermee vol staat.

Een enorme zwaarte overviel me, en het was nog niet eens kerst. Een D66’er die een sleets Reagan-paard van stal haalt – inzetten op de bovenlaag in de hoop dat het doorsijpelt naar de onderlaag – ach, daar keek ik niet eens meer van op. Nee, erger dan het onbenul, het gebrek aan frisse visie of de ongelijke verdeling van lasten en lusten, vond ik het openlijk toegeven dat zij de strijd had opgegeven. De aanpak van het grootste probleem van onze toekomst op aarde – klimaatverandering, met name veroorzaakt door de industrie – werd niet meer gezien als een taak van de overheid, maar doorgeschoven naar het bord van de burger.

Hoewel het voorbeeld van de elektrische auto er misschien maar één uit het omvangrijke akkoord is, en de politiek nu aan zet is om dit ontwerp in vaste vorm te gieten, is het exemplarisch voor de ingeslagen route. Om tot een emissiereductie van 49 procent in 2030 te komen, wordt de grootste vervuiler – het bedrijfsleven – grotendeels ontzien, en wordt het zwaartepunt bij individueel consumentengedrag gelegd.

De aanpak van het grootste probleem van onze toekomst op aarde werd niet meer gezien als een taak van de overheid, maar doorgeschoven naar het bord van de burger.

Geen efficiënte CO2-heffing voor de industrie, wel particuliere leenconstructies voor het verduurzamen van woningen. Bedrijven worden ‘uitgenodigd’ alternatieve werkwijzen te vinden en gemasseerd met enorme subsidies, de burger wordt verplicht tot uitgaven en moet blij zijn met een tegemoetkoming in de kosten. Met dit ontwerpakkoord geeft de overheid toe dat zij geen partij is voor de private sector.

Als we de toekomst anders willen vormgeven, oftewel: de ramkoers van het bedrijfsleven willen verleggen, dan zullen wij dat zelf moeten doen. Het is in lijn met het westerse gedachtengoed dat ons al jaren hersenspoelt, en zich uit in de boeken die we lezen, de milieu- en dierenwelzijncampagnes die we zien en de gesponsorde Instagramposts van vederlichte meisjes op hun lakens van biologisch katoen. Boodschap: het individu is verantwoordelijk voor alles. Wat doe jij?

Overal om me heen zie ik hoe dit consumentenactivisme is omarmd als remedie tegen klimaatverandering, en het is het domste wat we kunnen doen. De obsessie met wie het groenste leeft, of wie niet, heeft ons in een strijd met elkaar geworpen, waarbij de overheid zich laf terugtrekt en de industrie wegloopt met het sappigste bot. Het is een competitieve, moralistische en hyperindividualistische aanpak die nog geen deuk slaat in de strijd tegen klimaatverandering, terwijl de ware oorzaak ongemoeid blijft. Een systeem van winstmaximalisatie gebaseerd op kortetermijndenken, dat onverenigbaar is met duurzaamheid.

Als je je het kan permitteren: koop vooral die elektrische auto. Maar vóór alles: stem bij alle komende verkiezingen die polderaars genadeloos weg, en eis vertegenwoordigers met een ruggengraat die de systeemfouten durven aan te pakken. Niet omdat ons kikkerlandje de wereld kan redden, maar om de wereld te laten zien wat er mogelijk is als we stoppen met naar elkaar wijzen en collectief de macht van het bedrijfsleven aanspreken.