Een echte schrijver maakt iets van zijn mislukkingen. Dat blijkt uit Komrijs roman De lange oren van Midas, in 1965 geschreven op Kreta en nu voor het eerst uitgegeven als onderdeel van een documentair boek over het begin van Komrijs schrijverschap.

Als er iets is dat je niet met Gerrit Komrij associeert, dan is het mislukking. Zijn eerste, op twintigjarige leeftijd geschreven roman De lange oren van Midas werd weliswaar door Van Oorschot, De Bezige Bij en De Arbeiderspers afgewezen, maar dat was achteraf gezien een soort ridderslag die alle deuren opende. Zoals ook het jaar (1965-66) dat Komrij op het Griekse eiland Kreta verbleef: dat was een dal dat nodig was om daarna alleen maar bergopwaarts te gaan. ‘Ik moet in die dagen erg in de war zijn geweest,’ schrijft Komrij in Demonen. Maar een half jaar na zijn terugkeer van Kreta was zijn leven radicaal veranderd: hij had werk (vertalingen), hij was in Amsterdam (‘Deze stad was mijn dagdroom’), zijn eerste bundel...