Brussel, een dag na de aanslagen. Anna Luyten reist rond in de stad. De slachtoffers, de vermisten en ook de daders krijgen een gezicht en een verhaal. ‘Have you seen my Atlegrim?’

Ze krijgen stilaan een gezicht, de dodelijke slachtoffers. Bij het Beursgebouw, tussen de honderden brandende kaarsen, ligt de dag na de aanslagen de foto van Adelma Marina Tapia Ruiz. Samen met haar vierjarige tweelingdochters en haar man was ze op weg naar New York, waar haar zussen wonen. Ze werd 36 jaar geleden geboren in Peru en woonde sinds acht jaar in België. Om 7 uur 58 minuten en 27 seconden bleef haar blik rusten op een herkenbaar tafereel. Ze keek naar haar twee kinderen die in de vertrekhal van de luchthaven wegrenden en haar man die hen achternaliep. Een seconde later was ze dood.

Naast haar ging de eerste bom af.

En naarmate de dag vordert, plakt er op steeds meer slachtoffers een gezicht: Olivier Delespesse, een man in ruitjeshemd met een ronde glimlach die met de metro op weg was naar...