Feuilleton

Als Betty zichzelf met de sleutel in het huis van Jonas en Roos heeft binnengelaten, klaar voor een lange middag op Vlinder passen (en het onvermijdelijke blijf-je-eten-en-o-kun-je-dan-meteen-even-zelf-koken erna – waar ze overigens nooit bezwaar tegen heeft, ze heeft toch niks beters te doen) hoort ze opgewonden stemmen in de tuin.

Hee. Zijn Jonas en Storm nu al thuis van hun vader-zoon-uitje?

‘Uit de weg. Hier moet het grondzeil!’ Jonas, met luide stem.

‘Jonas!’ Roos, net niet meer beheerst.

‘Luister, het is jouw schuld dat we zo vroeg thuis zijn. Laat ons nou even hier ons ding doen. Opzij! Storm, pak die haring.’

‘Ik was gewoon bezorgd.’

‘Nergens voor nodig. Echte mannen kunnen voor zichzelf zorgen.’

‘Ik kwam jullie gewoon een telefoon brengen.’

‘We waren aan het overleven. We móchten geeneens een telefoon. Als jij wilt dat we een beetje mindful in de bossen naar ons oergevoel zoeken, moet je niet met een telefoon een mannenkamp...