Ze kennen elkaar uit Kamp Holland, journaliste Bette Dam en Marten de Boer, die als diplomaat waakte over de wederopbouwmissie in Uruzgan. Voor het eerst blikt hij terug. ‘Dus jullie spraken met de taliban!’ – ‘Ja, eh… wij spraken met mensen die in bepaalde kringen als taliban werden gezien.’

Oud-diplomaat Marten de Boer staat voor zijn huis in Oegstgeest als ik de straat binnen kom rijden. Trui, spijkerbroek, sokken in blauwwitte badslippers. Hij is slanker dan ik me hem herinner – het gebrek aan beweging en de twee warme maaltijden per dag die in Uruzgan geserveerd werden, waren funest. Hij vindt hetzelfde van mij en roept joviaal: ‘Wauw wat ben jij afgevallen.’ Ook zijn kenmerkende grijze ringbaardje heeft hij afgeschoren. Marten en ik kennen elkaar uit Kamp Holland, waar hij lange tijd als diplomaat waakte over de wederopbouwmissie. In totaal zat De Boer bijna vijf jaar in Afghanistan, waarvan een in Kamp Holland. Dat deed hij uit vrije wil, hij vond dat hij er moest zijn...