Bert van Marwijk maakt zich op voor het WK. Heeft een trainer zijn rijke spelers nog in de hand? ‘Je moet die arrogantie gebruiken.’

Hij deed als voetballer aan Johan Cruijff denken, vonden de kenners die hem eind jaren zestig zagen spelen. Een vergelijkbare souplesse en rankheid. Maar Bert van Marwijk is de eerste om te erkennen dat hij dat niveau toch niet had. Hij was bijna twintig jaar actief als voetballer, één keer kwam hij uit voor Oranje, in 1975. Sinds 1988 werkt hij als trainer, sinds 2008 is hij bondscoach.

En toch ziet hij voetbal nog altijd niet echt als werk, zegt Van Marwijk (1952). Daarvoor beschouwt hij zichzelf nog te veel als liefhebber. ‘Vanaf het moment dat ik kon kruipen, was ik al met een bal bezig. Ik deed in mijn jeugd ook veel andere dingen, hoor. We maakten onze eigen hockeysticks, waar we op straat mee gingen hockeyen. En ’s winters, als de uiterwaarden bevroren, werd het ijshockey. Maar voetballen was nummer een. Dat deed ik van ’s morgens tot...