Column
Ben ik een verkrachter?

Die vraag stelt Chard van den Berg zichzelf na het zien van de nieuwe documentaire van Sunny Bergman.


3 minuten leestijd

Toen de aftiteling van Blauwe Ballen over mijn telefoonscherm rolde – Sunny Bergmans aangrijpende documentaire over seksueel geweld tegen vrouwen – vroeg ik me af: ben ik een verkrachter?

De documentaire toont dat veel mannen, zonder het te beseffen, grenzen overschrijden; dat ze het zwijgen van vrouwen verwarren met toestemming; dat ze twijfel als een vrijbrief zien om zich seksueel uit te leven; dat ze niet doorhebben dat vrouwen soms verstijven van angst en te overrompeld zijn om hun bezwaren aan te geven.

Mannen denken haast nooit dader te zijn. Toch is 24 procent van de vrouwen door hen verkracht.

Ik was bang dat ik onbewust een bijdrage had geleverd aan die 24 procent.

Consent-duimpje

Mijn seksleven kwam op gang in een tijd waarin expliciete toestemming nog niet zo ingeburgerd was. Het idee van een ‘consent-duimpje’ werd weggehoond als geforceerd, als een kunstmatige aanslag op elke vorm van seksuele spanning of intimiteit. We lachten erom. In mijn sociale kringen heerste toentertijd het idee dat je ‘gewoon’ moest aanvoelen of iemand iets wilde.

Er kwamen weleens momenten voor waarin mijn bedpartner zich tussen de lakens iets passiever opstelde dan ik

Voor 2024, toen expliciete toestemming wettelijk verplicht werd, vroeg ik mijn bedpartners sporadisch om expliciete consent. Ik achtte mijn sociale voelsprieten rijp genoeg om verkrachting en toestemming van elkaar te onderscheiden. Ik dacht het niet verkeerd te kunnen inschatten.

Dat denken veel verkrachters.

Ik groef dieper in mijn geheugen. Ja, er kwamen weleens momenten voor waarin mijn bedpartner zich tussen de lakens iets passiever opstelde dan ik, er minder lol aan leek te beleven; momenten waarin ik misschien meer seks had met mijn bedpartner dan zij met mij.

Maar wilde ze stoppen? Was dit haar manier om hetgeen ze niet onder woorden kon brengen, toch uit te drukken? Of was dit gewoon haar natuurlijke habitat tussen de lakens?
Of… liet mijn geheugen me in de steek, dikte ik aan, begon ik aan een heksenjacht op mezelf?

Toen ik na dit avondje tobben wakker werd met paarsomwalde E.T.-ogen, besloot ik mijn ex-geliefden (en dergelijke) ernaar te vragen en organiseerde ik uiterst ongemakkelijke telefonische spoedberaden. Tot mijn opluchting bleken er geen slachtoffers, noch trauma’s – sterker nog, mij werd verweten dat mijn angst drama queen-achtige proporties aannam.

Schuld

En toch, mijn angst was oprecht. Omdat het dichtbij kwam. Mijn beeld van verkrachters – Harvey-Weinstein-achtigen, messentrekkers, roofdieren in steegjes – werd verpulverd nadat ik de documentaire gezien had. Mij werd duidelijk dat ook ‘gewone’ mannen, zoals Sunny Bergman ze beschrijft, onbedoeld grensoverschrijdend gedrag kunnen vertonen.

Dus wat maakte dat ik geen schade had aangericht? Had ik domweg geluk? Was mijn inschattingsvermogen echt zoveel beter dan dat van zoveel anderen? Mij lijkt het naïef en hooghartig om uit te gaan van dat laatste. Het verschil tussen schuld en het gebrek eraan, tussen mij en de medeplichtigen aan die 24 procent, is kleiner dan ik zou willen. Bijna eng.

Hoewel ik geen verkrachter ben, had ik het best kunnen zijn.

Samenleving
Gerelateerd