Sinds Beatrijs zich thuis keer op keer kapot ergert aan de hordes allesvernietigende toeristen – ‘Ga toch naar huis! – voelt ze zich zélf op vakantie akelig ongemakkelijk.

De toerist is een lomp wezen, een Fremdkörper die overal in de weg loopt, zelfs voor zijn eigen medetoeristen. Ze zien er log uit, bepakt met rugzakjes, en vormen overal rijen. Ze nemen dubbele ruimte in beslag doordat ze rolkoffers achter zich aan slepen. Ze bewegen zich traag en schijnbaar doelloos, maar toch volgen ze allemaal min of meer dezelfde route, alsof ze op een zeker punt in een stroom zijn gegooid en zich willoos langs een parcours laten voeren.

Of je nu de Efteling binnengaat of een stad als Amsterdam (Barcelona, Berlijn, Venetië), alle bezoekers werpen zich op dezelfde highlights. In het zomernummer van Vrij Nederland stond laatst al een verhaal van Michiel Hulshof over ‘Disneyland Amsterdam’ en in De Groene las ik een grondig gedocumenteerd stuk over hoe het massatoerisme het...