Toen Goscinny en Uderzo het stokje (of de menhir) overdroegen aan scenarist Jean-Yves Ferri en tekenaar Didier Conrad, lag de lat griezelig hoog. Maar het zesendertigste Astérix-album Le papyrus de César ademt als vanouds de geest van de kleine Galliër. Bij Toutatis!

‘Dat zal mijn váder leuk vinden!’ riep een jonge webredactrice van Vrij Nederland toen ik de nieuwe Astérix uit mijn koffer toverde, vers uit Frankrijk. Wat een contrast met een paar uur eerder, in een Parijs postkantoor. Daar stonden de liefhebbers, van jong tot oud, in de rij om de speciale Astérix-tien-eurostukken te verwerven. Twee meisjes van een jaar of zeven, pal voor mij, namen uitgebreid de tijd voor hun keuze. Toen ik aan de beurt was, zag ik waarom: er zijn vierentwintig verschillende Astérix-munten, in drie categorieën met elk acht munten: Liberté, Égalité, Fraternité.

Immigrantenkinderen schiepen een iconische strip die Franser is dan Frans: Astérix, geboortejaar 1959.

Het...