In veel culturen beschouwen ze fotografie als iets duivels. Vinden ze het een gruwel om vastgelegd te worden, om op een plaatje te verschijnen waarop ze onbeweeglijk en voorgoed dezelfde blijven. Als doden. Er bestaan nog steeds veel mensen zonder spiegels. Die zichzelf hooguit in een wateroppervlak weerkaatst zien, voorovergebogen met een kruik in de armen. Het lijkt me een verademing om blind te zijn voor hoe anderen je zien.

Op het plaatje boven deze column lijk ik ook wel een beetje dood. Zwart-wit, terwijl het landschap in kleur van seizoen verandert. Heel rustgevend. Ik vrees het moment dat die vrouw (niet ik, ik ben het nooit, op foto’s) mee moet gaan veranderen.

Vroeger deden mensen een heel leven met een portret. Ze hielden zich dood voor het traag sluitend oog van de lens, anders werd de foto ‘bewogen’. Ze wachtten met diep ontzag op hun bestendiging. Zondagse pak. Verbeten lip. In Oost-Europa zat hij en stond zij, hier poseerden ze andersom. Geen lachje kon eraf,...