Aan de 64 vragen die de Tweede Kamer aan de ministers Plasterk en Hennis-Plasschaert stelde, vielen drie dingen op.

1: Dat het Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland (CVIN) er geen enkele keer in voorkwam.

2: Dat het woord ‘Aanwijzingsbesluit’ er geen enkele keer in viel. 3. Dat de vragen niet waren gesteld aan Mark Rutte. Ook in de antwoorden op die vragen, afgelopen maandagmiddag, ontbraken deze drie. Ronald Plasterk en Jeanine Hennis moesten het zelf opknappen.

Pièce de résistance van de verdedigingslinie is dat zij zelf verantwoordelijk zijn, de verschillen tussen hen worden weggepoetst: ze hebben nu ‘officieel’ samen tot 20 november geloofd in de mogelijkheid dat de NSA gesprekken had verzameld in Nederland. Blijkbaar werd die mogelijkheid gevoed door (foute) berichtgeving in Le Monde (!), wat voor Plasterk weer reden was tot onvoorzichtig (en nu betreurd) optreden in de media. Op 22 november hebben ze besloten de Kamer niet in te lichten, omdat ze...