22-03-2008
Door Jeroen Vullings

Dat Gerard Reve en Willem Frederik Hermans, toen ze beiden in de jaren veertig, vijftig nog jonge aanstormende schrijvers waren, bevriend raakten, spreekt natuurlijk tot de verbeelding. Samen tegen de rest van de wereld. Lak aan het literaire establishment. Een front vormen tegen uitgevers. Maar dat die vriendschap, zo blijkt uit de inzichtelijke brievenbundel Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel, voortkwam uit een gevoel van verwantschap, is interessanter.

Ze lazen elkaars werk scherp en gaven eerlijke, harde kritiek. Hoe terecht die was, weten we nu beide oeuvres voltooid zijn. Reve verweet Hermans te veel actie in zijn verhalen en psychologisch een overmaat aan particuliere problematiek. ‘Voor twee dingen voorts moet je je hoeden: 1ste. het opeenstapelen van gebeurtenissen tot een al te woeste ongerijmdheid (…) 2de. Je moet de verhouding ouders-zonen meer in een algemeen-tragisch verband zien, meer in een noodlotssfeer en minder...