Ze waren met zijn vijven ‘en Rob, Jan en Herman konden óók goed tekenen.’ Maar Gerard en Peter van Straaten maakten er hun beroep van. De twee broers vinden het ‘ontzettend leuk’: een paar uur praten over elkaars werk.

Ze waren met zijn vijven ‘en Rob, Jan en Herman konden óók goed tekenen.’ Maar Gerard en Peter van Straaten maakten er hun beroep van. De twee broers vinden het ‘ontzettend leuk’: een paar uur praten over elkaars werk. Ze barsten los in herinneringen en overtreffen elkaar in complimenten, al is er ook plaats voor een kritische noot: ‘Heel wat van Peters figuren hebben twee linkerschoenen.’

Er waren eens vijf broers: Herman, Gerard, Rob, Jan en Peter. Toen ze klein waren zaten ze thuis in Arnhem vaak uren aan tafel te tekenen. Met Sinterklaas kregen ze geen kikkers van chocola in hun schoen, maar een bosje potloden. ‘Van Caran d’Ache,’ vertelt Peter van Straaten, de jongste. ‘Geen kleurpotloden in prachtige dozen, maar degelijke,...