Bestuurlijke adviseurs en notabelen hebben nog nooit zo geprotesteerd als nu.
Illustratie: Bas van der SchotIllustratie: Bas van der Schot

Voorzitters van Hoge Colleges van Staat en andere adviesorganen van het kabinet hebben de neiging zichzelf als beklagenswaardige stakkers te omschrijven. Ze verzetten bergen werk en zitten over vuistdikke dossiers gebogen. Ze proberen nauwgezet bij te houden wat bij de burger leeft. Na veel wikken en wegen brengen ze genuanceerde rapporten uit die vervolgens in de diepste la verdwijnen die de minister-president kan vinden. Vaak voerde ik gesprekken met gedesillusioneerde hoogwaardigheidsbekleders bij Konditorei Vienna (om de hoek van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid).

Lunchen met stafleden van de SER en de Ombudsman stemde nog somberder. Niet zelden hoorde ik: ‘Wat wij doen, is water naar de zee dragen.’ Of: ‘Het is parels voor de zwijnen werpen.’ Die klacht bestond al voordat het kabinet met gedoogsteun van...