‘Ik vind het rampzalig. Het voornaamste argument om je er tegen te verzetten, is dat het tegen intuïtie indruist. En het ontkent dat er ook een geldigheid is voor wat mensen gewend zijn. Je kunt goed gewend raken aan afwijkingen in de spelling, die moet je laten bestaan. Het is onmogelijk om die weg te redeneren met logica. Bovendien leeft taal, er is ook een historisch argument en de uitspraak speelt ook een rol – zoals in appèl. Op dat moment heeft het spraakgebruik voorrang op welke logica van het grotere taalsysteem dan ook. Er blijft altijd iets onlogisch in een taalsysteem, ik vind dat daar meer waarde aan gehecht moet worden.

Voor mijn gevoel komt deze herziening veel te snel, ik had die van 1995 nog niet eens verwerkt. Die tussen-n is een ramp. Zonde ook dat je regels die je ooit zo goed kende, nu moet vergeten. En er komt niets voor in de plaats. Ik doe er niet aan mee, maar ik deed aan de vorige dus ook al niet mee. Ik vind burgerlijke ongehoorzaamheid nu heel erg...