Fetisjmodel Ancilla Tilia strijdt voor privacy op internet. ‘Voor mij is het te laat. Maar ik kan wel heel erg mijn muil opentrekken.’

Op een paar dagen na is het precies een jaar geleden dat Ancilla Tilia, internationaal vermaard fetisjmodel, de glimmende latexjurkjes even liet voor wat ze waren en privacy-activiste werd. En ja, zegt ze lachend, haar timing was perfect.

In 2013 volgden de onthullingen over afluisterpraktijken door overheden elkaar in zulk hoog tempo op dat het onderwerp bijna permanent in het nieuws was. Talloze mensen die vorig jaar nog hun schouders ophaalden over zaken als databescherming zijn inmiddels wel doordrongen van het belang ervan.

‘Het is echt bizar, zo snel als het gegaan is,’ zegt Tilia. ‘Zeker sinds in juni het nieuws rond Snowden en de NSA begon te spelen. The shit hit the fan. Dat heeft echt de wereld veranderd en mensen de ogen geopend. Het momentum is nu, dat geloof ik echt. Ze komen er niet zomaar meer mee weg.’

Superleerzaam

Vorig jaar december was Tilia geveld door een hardnekkige keelontsteking die twee volle weken zou duren. Praten kon ze niet. Haar hectische modellenleven, volgepropt met vliegreizen, fotoshoots en feestjes, had eventjes iets te veel van haar geëist. ‘Als zzp’er had ik meer dan genoeg werk dat ik vanuit bed kon doen. Shoots inplannen, presentatiedingetjes regelen en zo. Maar na een paar dagen merkte ik dat ik eigenlijk alleen maar artikelen aan het lezen was over privacy op internet en vrijheid in het algemeen, en hoe dat van alle kanten beknot wordt. Ik hou me daar al veel langer mee bezig, maar nu lag ik me er zo enorm over op te winden dat ik dacht: ik moet iets dóén.’

Toen ze via Twitter leerde dat Bits of Freedom, een Nederlandse organisatie die opkomt voor digitale burgerrechten, moeite had genoeg donateurs te krijgen, dacht ze meteen: daar kan ik misschien wel wat aan bijdragen. Ze had bijvoorbeeld bijna twee keer zo veel volgers op Twitter dan de organisatie wier werk ze bewonderde. ‘Dus heb ik ze gemaild of ik wat kon betekenen. Ja, retweeten zou geweldig zijn, zeiden ze. Maar dat deed ik al. Ik wilde ook iets échts doen.’

Het was ‘een beetje een bevlieging’, maar niet veel later ruimde Ancilla Tilia haar agenda leeg om een half jaar lang als vrijwilliger voor Bits of Freedom te gaan werken. Aanvankelijk was ze bijna fulltime op het kantoor, later werd dat iets los-vaster. ‘Maar in vergelijking met hoe mijn normale leven eruitzag – van feestje naar feestje, shoot naar shoot, rode loper naar rode loper – was het wel echt een kantoorbaan. Dat gaf niet, hoor. Ik vond het heel tof, en superleerzaam.’

Wake-upcall

In het Amsterdamse café waar Ancilla Tilia (1985) ‘lekker oubollig’ een Irish coffee drinkt, valt ze nauwelijks op. Niettemin heeft een ontmoeting met haar een ietwat ontregelend effect. Natuurlijk komt dat omdat ze met één klik op Google Afbeeldingen duizendvoudig te bewonderen is in levensgevaarlijke outfits en uitdagende poses. Maar vooral omdat ze in levenden lijve, zonder make-up en styling, eigenlijk nog veel knapper is. ‘Marilyn Monroe-mooi,’ volgens haar goede kennis Hugo Borst, met wie ze samenwerkt voor het internet-voetbalprogramma De Betweters. Ze is klein van stuk en voluptueus, en haar open gezicht heeft in de verte wel iets weg van dat van Scarlett Johansson.

Maar daar gaat het vandaag niet over. Of toch wel?

‘Toen ik bij Bits of Freedom begon, heb ik gezegd: ik wil wel via mijn modellenwerk mensen naar jullie toe leiden, maar niet omgekeerd. Zolang ik daar zat, was ik gewoon als iedereen die daar werkte. Ik deed allerlei dingen. Organiseerde filmavonden voor leden over privacygerelateerde onderwerpen. Ik heb een samenwerking opgezet met het magazine Bright, en een workshop georganiseerd voor Tweede Kamerleden, om ze wat basiskennis te geven over hoe het internet werkt. Maar goed, ik weet ook zeker dat een boel jonge mannen die me toch al volgden, nu mijn tweets over privacy gingen lezen en dachten: hmm, misschien is dit wel iets om wat meer bij stil te staan.’

Dat halve jaar heeft haar geld gekost. Of liever: ze heeft veel geld niet verdiend. ‘Maar dat kon me niet schelen. Ik maakte me al veel langer druk over privacy. Gaandeweg besefte ik: misschien zijn al die losse verhalen geen incidenten. Misschien zijn er wel heel belangrijke dingen die we niet in de krant lezen.’

Badzout

Lange tijd dacht ze: wie ben ik om mijn mond open te trekken? ‘De privacydiscussie werd vooral gevoerd door mensen die zich beroepsmatig met het internet bezighielden: IT’ers, technologie-nerds, advocaten. Dat gaf het hele onderwerp iets stoffigs en zorgde ervoor dat die mensen nauwelijks gehoord werden. Want: ingewikkeld, saai. Veel mensen die zich bijvoorbeeld met de juridische kwesties bezighouden, zitten er zo diep in dat ze het niet duidelijk kunnen uitleggen aan iemand die er niks van snapt. Mij hield dat ook lang tegen. Tot het kwartje viel en ik dacht: dit gaat ons allemaal aan. Misschien is het juist wel goed dat ik geen expert ben en wél de vragen stel die voor de mensen van het allereerste uur allang duidelijk zijn.’

Hoewel haar officiële bemoeienis met Bits of Freedom voorbij is, post Tilia op Twitter vrijwel dagelijks berichten die met privacy en databescherming te maken hebben en links naar artikelen die volgens haar belangrijk zijn. Ook schrijft ze af en toe opiniestukken, onder meer voor de website Joop.nl. Zeker drie uur per dag is ze bezig met het lezen van artikelen over het onderwerp. ‘Het is nu minder raar voor de mensen die me volgen. Voorheen was ik dat model dat veel over privacy tweette. Oké, en waarom dan? Al ben ik nog steeds niet écht een autoriteit op dit gebied, ik heb inmiddels wel een trackrecord.’

Haar belangrijkste drijfveer is het simpele feit dat ze heel erg van het internet houdt. Of misschien moet ze zeggen: hield.

‘Vanaf mijn vijftiende is mijn hele leven online geweest. Ik heb er mijn vrienden leren kennen, ik heb er een flink deel van mijn educatie vandaan. En mijn carrière als model was ongetwijfeld heel anders verlopen als er geen internet was geweest. Ik denk dat het een groot goed is voor de wereld dat alle informatie voor iedereen beschikbaar is. En ik vind het een heel raar idee dat de tijd waarin alles op te zoeken viel, waarin je anoniem kon browsen en aliassen kon gebruiken, achteraf maar een heel klein bliepje in de geschiedenis blijkt te zijn.’

Foto: Petrovsky & Ramone

Onlangs, vertelt ze, zag ze in een oud schoolgebouw een poster hangen waarop stond dat je nooit je echte naam moet gebruiken op internet. Schamper: ‘Nou, die tijden zijn wel voorbij. Omdat je op steeds meer fora gepusht wordt je echte naam te gebruiken, omdat Google en Facebook dat afdwingen. Als zulke grote bedrijven dat doen, zullen er steeds meer volgen. Dan wordt dat de standaard. En dat vind ik heel jammer.’

Zelf surft ze inmiddels met de handrem erop. ‘Ik had laatst badzout gekocht en wist niet precies wat dat ook alweer deed. Maar toen ik “the benefits of bath salt” intikte, dacht ik opeens: oei, is misschien niet zo handig. Want dat is ook de bijnaam voor een drug die je thuis kunt maken, en er zijn wel verhalen naar buiten gekomen over mensen die na zoiets een bezoekje kregen en van alles moesten uitleggen. Neem dat stel in Boston, waarvan de vrouw had gezocht op “snelkoker” en de man op “rugzak”. Tja, één plus één is twee, zeker na die aanslag tijdens de marathon. Dus daar stond de FBI op de stoep.’

Niet zo veel coke

Hoewel ze zelf vooral wijst op de onthullingen van Snowden, die een groter publiek wisten te doordringen van de belangen die er op het spel staan, kun je wel stellen dat Ancilla Tilia’s inzet voor privacy ook het nodige effect heeft gehad. Ze hield praatjes bij bedrijven over het onderwerp, sierde als privacyactiviste twee keer de cover van Nieuwe Revu en werd uitgenodigd aan de borreltafel van RTL Late Night, waar ze een bitse ruzie uitvocht met Gordon. De zanger liet haar meermalen niet uitpraten en suggereerde dat iemand die naakt poseert geen recht heeft om zich uit te laten over zoiets als privacy. Want: ‘Als jij op internet met je borsten bloot gaat, dan weet je toch hoe laat het is?’ Daarop reageerde Tilia met de opmerking dat Gordon ‘misschien niet zo veel coke moest snuiven’ – iets waarvoor ze later in de uitzending tandenknarsend haar excuses aanbood.Haar ogen lichten nog steeds fel op als het akkefietje ter sprake komt. ‘Ik was woedend! Ik zat daar om over privacy te praten en werd geïntroduceerd als model met allemaal sexy foto’s. Oké, prima, ik weet hoe het werkt. Maar vervolgens werd er een enorm punt van gemaakt dat ik stalkers heb gehad. Dat is een oud verhaal, en niet heel relevant. Maar zo leek het of ik me alleen om strikt persoonlijke redenen druk maak over privacy. Toen begon Gordon te insinueren dat ik helemaal geen recht van spreken had omdat ik toch alles van mezelf al had prijsgegeven. Ik dacht: huh? Moet je horen wie het zegt. Ja, ik poseer naakt. Dat is een keuze. Maar wat de NSA allemaal aan gegevens verzamelt, of zoals nu is gebleken: overheden in het algemeen, dat gaat niet alleen over mensen die naakt poseren, homo zijn of moslim, dat gaat over iedereen. En trouwens: het is helemaal niet waar. Ik geef juist bijna niks prijs.’

Katholieke kostschool

Dat dat laatste geen onzin is, blijkt wel wanneer je Ancilla Tilia vraagt naar haar achtergrond. De enthousiaste woordenstroom stokt, ze gaat achterover zitten, en zegt: ‘O o.’ Dan, afgemeten: ‘Ik ben in Rotterdam geboren, op mijn zesde naar Antwerpen verhuisd, en op mijn elfde weer teruggegaan. Wat wil je nog meer weten?’

Het liefst zou ze het houden op ‘onfortuinlijke familieomstandigheden’, zegt ze even later. ‘Ik voel me niet op mijn gemak als ik dingen ga vertellen die niet alleen over mezelf gaan, maar ook over mijn familie. In Antwerpen ging ik met mijn moeder bij mijn oma wonen. Zij was oud, kon niet voor zichzelf zorgen. We hadden het behoorlijk arm. Het was niet echt een makkelijke tijd.’

Nog moeilijker was de plotselinge terugkeer naar haar geboortestad, halverwege het laatste jaar van de lagere school. ‘Ik weet niet waarom dat was, dat werd me niet verteld. Maar het was erg tegen mijn zin. Ik had daar al mijn vrienden en wist al naar welke school ik zou gaan. Dat is echt kut voor een elfjarige.’

Rotterdam voelde als een cultuurschok. ‘Ik was een braaf Belgisch meisje dat naar een katholieke school was gegaan. Met uniformpjes en zo. Er heerste een cultuur waarin je als kind je mond moest houden tenzij je wat gevraagd werd. In Rotterdam belandde ik midden in de gabbertijd. Overal hingen posters van de film Naar de klote, op de radio hoorde ik liedjes als “Sex on the Beach”. Dat kende ik allemaal helemaal niet. Ik weet nog dat iemand me vroeg of ik wist wat een gabber was. Ik zei: ja hoor, een vriend. Toen werd ik hard uitgelachen.’

De fetisjwereld straalt voor mij juist kracht uit, zelfbewustzijn.

Een vader was niet in beeld (‘maar als-ie dit leest, dan doe ik hem de groetjes’), thuis liep het allemaal niet van een leien dakje. Op haar dertiende verbleef Tilia enige tijd in een kindertehuis, rond haar zestiende woonde ze op zichzelf. ‘En zodra ik niet meer leerplichtig was, brak de tijd aan dat ik gewoon huur moest gaan betalen. Ik kreeg geen studiefinanciering omdat ik nog geen achttien was. Dus toen ben ik maar gaan werken.’
Ze neemt een slok van haar Irish coffee. Als om een punt achter het gespreksonderwerp te zetten, besluit ze: ‘Nou, en toen dat allemaal een beetje achter de rug was, ging het gelukkig verder wel lekker.’

Rukkende vreemden

Ancilla Tilia was zeventien en werkte achter de bar van een restaurant toen ze voor het eerst gevraagd werd om te poseren, voor het blad Mijn Geheim. ‘De fotograaf zei: we zoeken meisjes die mooi zijn, maar niet té mooi – en jij bent eigenlijk perfect. Zo ben ik erin gerold. Dus het was nooit iets van: ik ben God’s gift to the world, en hier kom ik aan.’ Niettemin ging het snel. De foto’s voor Mijn Geheim leidden tot een uitnodiging van de Nederlandse Playboy, al moest de fotosessie wel even uitgesteld worden tot ze achttien was.Het Playmate-schap was niet alleen haar eerste ervaring met roem, maar ook met privacy. Of liever: het verlies daarvan. Ancilla Tilia, inmiddels haar officiële naam, was indertijd nog een alias. Een naam die ze op internet gebruikte en die haar geschikt leek voor het modellenwerk. Tegen haar uitdrukkelijke wens in publiceerde Playboy gewoon haar geboortenaam. Daardoor wisten sommige mensen het telefoonnummer van haar moeder, die dezelfde initialen heeft, te achterhalen. ‘Voor zover het voor een moeder al even wennen is dat je tienerdochter in een blootblad staat,’ schreef ze twee jaar geleden in een open brief aan Playboy-hoofdredacteur Jan Heemskerk, ‘zijn rukkende vreemden die voor je dochter bellen wel extra zout op de wonde.’ Later, nadat ook GeenStijl haar echte naam had gepubliceerd, zij het foutief, besefte ze dat zulke informatie in deze tijd altijd beschikbaar zal blijven. ‘Als je echte naam en geboortedatum bekend zijn, is het heel makkelijk te achterhalen waar iemand woont. Zeker als je een eigen bedrijf hebt en ingeschreven bent bij de Kamer van Koophandel. En dat vind ik echt geen relaxed idee.’

Hoe dan ook, de foto’s in Playboy zag ze als een grote kans. ‘Ik was heel vereerd dat ik gevraagd werd, maar ik dacht ook: eens kijken hoe ver me dit kan brengen. Het leek me nooit iets om fashionmodel te worden, maar dat werd een beetje verwacht. Ik kreeg een agent die zei: als jij een beetje afvalt, en vooral heel goed naar me luistert, kan je heel ver komen. Dat is wat heel veel van die jonge meisjes te horen krijgen, en eerlijk gezegd: daar word je niet zo vrolijk van, zeker als het niet in je genen zit. Ik ben te klein, en niet zo heel slank gebouwd. Dus ik zag mezelf dat niet doen.’

Latex en bondage en zo

Voor Playboy had ze een contract moeten tekenen dat ze een jaar niet voor andere Nederlandse bladen mocht poseren. ‘Terwijl dat het momentum was voor mij. Dus ik moest wel uitwijken naar het buitenland. Toen dacht ik: fuck it, dan ga ik het ook op mijn manier doen.’ En haar manier, zo wist ze al vroeg, moest iets te maken hebben met fetisjkleding – latex, korsetten, torenhoge hakken. ‘Naakt poseren voelde voor mij heel natuurlijk. Ik ben opgevoed met het idee dat je lichaam iets moois is, en dat er niks mis is met naakt. Dus ik had er geen moeite mee, maar ik vond het ook niet echt spannend. Met fetisj had ik dat wel. Er was zo’n fetisjwinkel waar ik vroeger langskwam als ik naar school ging, en daar stond ik altijd uitgebreid te kijken. Het is ook een van de eerste dingen die ik op internet ben gaan uitpluizen: hoe dat zat, met latex en bondage en zo, wat voor wereld dat was. Ik had wel eens fetisjbladen gekocht, en was ook een paar keer naar zo’n feestje geweest. Ik wist er wel wat vanaf, zeg maar. Maar het was zo niche in die tijd. Er waren maar een paar modellen in het buitenland mee bezig. Het was niet iets wat makkelijk kwam aanwaaien. Ik moest het wel echt heel graag willen, wou ik daar wat in bereiken.’Ze zocht contact met fotografen wier namen ze uit de fetisjbladen kende, en boekte een ticket naar Los Angeles, volgens haar een van de belangrijkste hubs in de internationale fetisj-scene. Ze maakte er veel vrienden en zou er tien jaar lang jaarlijks terugkeren voor fotosessies. ‘Ik vond het prachtig. Ik werkte met fotografen die ik bewonderde, en heb ook shoots gedaan met de vrouwen die ik uit de bladen kende – Bianca Beauchamp, Emily Marilyn, Masuimi Max. Dat zal veel mensen niets zeggen, maar het waren echt de grote sterren in die scene. Het gaat misschien wat ver om ze mijn idolen te noemen, maar toch: om met hen op de foto te gaan, dat was echt heel tof.’

Eigen shoots

Ze was jong. Héél jong zelfs voor de fetisjwereld, waar de modellen over het algemeen iets ouder zijn dan bij gewone naaktfotografie. ‘Zij waren ongeveer even oud als ik nu ben, en konden er maar niet over uit. Oh, you’re so young! Maar ik voelde dat niet zo. Ik had er geen last van. Misschien kwam het wel een beetje voort uit het feit dat ik het de jaren daarvoor, buiten mijn eigen schuld om, redelijk kut had gehad. Toen ik eindelijk op eigen benen stond, wist ik: nu ga ik zo veel mogelijk uit het leven halen. Wat dat precies zou zijn, wist ik niet, maar ik had er wel zin in.’

‘De fotograaf zei: we zoeken meisjes die mooi zijn, maar niet té mooi’. Foto: Foto: Petrovsky & Ramone.
‘De fotograaf zei: we zoeken meisjes die mooi zijn, maar niet té mooi’. Foto: Foto: Petrovsky & Ramone.

Ze stond in tal van tijdschriften, op websites en party-flyers en bestierde een tijdlang zelf een website met een betaalmuur. ‘Daar produceerde ik mijn eigen shoots, en dat gaf me de optie om wat selectiever te zijn en me niet zoveel wijs te laten maken. Omdat ik niet afhankelijk was van mensen die mij geld gaven om voor hen te poseren. Dan liggen de machtsverhoudingen toch een beetje anders. Nu kon ik zelf, in overleg met de fotograaf, kiezen wat voor foto’s ik wilde maken, en hoe ver ik wilde gaan. Dat was een groot goed voor mij. Goed, het is wel eens misgegaan. Af en toe werk je met een fotograaf die je helemaal niet leuk vindt, en die wel gaat proberen je grenzen te pushen.’

Maar laat niemand suggereren dat Ancilla Tilia een slachtoffer zou zijn. ‘De fetisjwereld straalt voor mij juist kracht uit, zelfbewustzijn. Het is iets waar je ook niet mee wegkomt als je het niet écht mooi vindt. Dat zie je meteen. Maar dat idee leeft heel sterk. Ik heb een tijdje acteerlessen gevolgd, en de lerares wilde van iedereen weten wat ze deden in het leven. Ik vertelde dat gewoon, daar ben ik altijd open over geweest. Nadat die lerares mijn site gecheckt had, zei ze: ik vraag me af of je dat nou allemaal vrijwillig doet. Toen was ik intens beledigd, want ik had voor die site elk fond, elke letter, elke kleur, echt álles helemaal zelf bedacht.’

Het oude internet

Inmiddels is de site uit de lucht en doet Ancilla Tilia tal van andere dingen. Ze schreef een column voor mannenblad FHM en was een tijdlang regelmatig te gast in het programma van Giel Beelen. Ze maakt items voor de website Flabber, doet interviews voor De Betweters, acteert in de serie Popoz op Comedy Central en neemt, gesponsord door Unibet, regelmatig deel aan pokertoernooien. Als model is ze onder andere het gezicht van een Indiaas bedrijf dat onder meer bieren importeert. ‘Het is allemaal iets meer mainstream geworden. Ik ben druk, en dat gaat ten koste van de fotoshoots. Maar dat vind ik niet erg. Ik heb het best lang gedaan.’

Zonder het internet was het waarschijnlijk niet mogelijk geweest een carrière als de hare van de grond te krijgen. Maar dat was dan wel het oude internet, zegt ze. Voordat allerlei lieden over je schouder meekeken en je gegevens opsloegen in enorme databanken. ‘Als ik nu zou opgroeien, als een meisje dat naar de universiteit wil en later, ik zeg maar wat, voor Defensie wil gaan werken, zou ik me wel drie keer bedenken voordat ik informatie over fetisj zou gaan opzoeken. Misschien zou ik het googlen, maar me inschrijven op een site, of een comment achterlaten op een forum – echt niet!’ Ze vertelt over het recente bericht dat de NSA het porno-kijkgedrag van radicale moslims bijhoudt. ‘Dat wordt allemaal bewaard en kan later tegen ze gebruikt worden. Goed, je kunt zeggen: radicale moslims, dat staat vrij ver van mijn bed. Maar weet jij veel. We leven in een piepklein fragment van de geschiedenis, en wat nu vanzelfsprekend is, hoeft dat later niet te zijn. Neem homoemancipatie. In de jaren negentig was dat heel vanzelfsprekend, maar als ik nu homo was, zou ik misschien niet met mijn vriend hand in hand over straat lopen. Bondage is nu nog legaal, maar wie zegt dat dat in de toekomst ook zo is?’

Dat klinkt een tikje paranoïde, maar misschien ligt dat anders voor iemand die carrière maakte in een wereld die voor veel mensen maatschappelijk niet zo lekker ligt. ‘Ik ben me heel erg bewust van het feit dat ik open kan zijn over mijn seksuele voorkeuren, maar vrienden van mij niet, omdat ze bijvoorbeeld bij een verzekeringskantoor of een bank werken. Een vriend van me runde al twintig jaar lang een blad voor SM-contacten, tot hij op een dag een telefoontje kreeg van de bank: sorry meneer, dat soort dingen doen we niet meer. Ik heb het trouwens zelf ook ervaren, toen ik een zakelijk account wilde openen om die betaalsite op te zetten, en daar in mijn naïviteit iets te eerlijk over was. Die site ging helemaal niet ver: het waren naaktfoto’s en foto’s in latex. Toch werd mij vriendelijk verzocht om die rekening maar ergens anders onder te brengen. Ha! Wij zijn een nette bank. Wij investeren wel in nucleaire wapens, maar borsten: néé. Daar schrik ik echt van. Ook al is het legaal wat je doet, het kan wel nare gevolgen hebben in de toekomst.’ Ze lacht. ‘Maar goed, voor mij is het te laat. Ik kan toch niet meer terug. Maar ik kan wel heel erg mijn muil opentrekken.’

Politiestaat

En dat doet ze, vaak in ongezouten bewoordingen. Niet alleen over privacy op internet, maar ook over burgerlijke vrijheden in het algemeen. Daarbij deinst ze niet terug voor een woord als ‘politiestaat’. ‘Het is misschien erger in een land als Amerika, maar Nederland loopt daar niet ver achter aan. Je kan niet meer anoniem over straat. We hebben overal camera’s hangen, facial recognition scans in de tram, er zitten al chips in auto’s en nu willen ze ook chips plaatsen in fietsen. Oké, dan kan je hem misschien terugkrijgen als hij gestolen is, maar het kan ook voor andere doeleinden gebruikt worden. Mijn punt is, en dat is het afgelopen jaar wel duidelijk geworden, dat je er niet langer van uit kunt gaan dat de overheid inherent goed is. Als zij alles over ons weten, wat nu steeds meer het geval is, krijg je heel scheve machtsverhoudingen en kan de overheid van alles maken zonder dat wij daar weet van hebben.

Ik wil gewoon niet meewerken aan al die shit. Ik wil niet preventief gefouilleerd worden als ik met mijn vriendinnen thee heb zitten drinken, zoals me laatst overkwam. Dat je plotseling omringd wordt door allemaal mannen met rubber handschoenen – goed, dat dan weer wel, hihi. Ik zie dat als een grote aantasting van onze rechten. Dat ik zelf moet aantonen dat ik niks fout heb gedaan, in plaats van andersom, zoals het vroeger was. En dat je dan ook ziet dat iedereen in zo’n fuik elkaar een beetje aankijkt en het maar laat gebeuren, terwijl je het recht hebt om te weigeren. Zo verschuift het langzaam, en voor je het weet vinden we het allemaal normaal. Nou, sorry, maar ik niet.’

Ze vertelt dat ze bezig is een column te schrijven over ‘het leed dat pinnen heet’. Zelf doet ze haar best om zo weinig mogelijk met haar pinpas af te rekenen, en mijdt ze winkels waar je alleen maar kunt pinnen. ‘Op het moment dat jij nergens meer met cash kan betalen, is elke transactie die je doet je hele leven lang terug te halen. Wat je koopt, en waar je was. Nou én? Nou, neem bijvoorbeeld Albert Heijn: dat valt onder Ahold, dat ook OHRA Verzekeringen heeft. Dus als jij voor een leverprobleem iets claimt bij OHRA, is het voor hen misschien wel interessant om te weten hoeveel alcohol je drinkt. Ik zeg niet dat dat nu al gebeurt, maar toch. In die onlangs verschenen documentaire Panopticon zit ook zo’n verhaal: van een vrouw wier uitkering werd ingetrokken omdat ze een biefstuk met een keurmerk had gekocht. Dat was te duur, dus ze moest er wel zwart naast werken.’

Het is soms best lastig. In een aantal van haar favoriete winkels komt ze niet langer. ‘Marqt heeft goede producten, maar ik ga er niet heen. Coffee Company ook niet. Een stomerij is steeds moeilijker te vinden. Maar ja, als we het nu laten gaan, kun je heel binnenkort nergens meer contant betalen en zijn we allemaal een slaaf van de bank.’

Een idealist

Cynisch is ze zeker niet. Ancilla Tilia heeft er werkelijk vertrouwen in dat er iets te doen is aan de ontwikkelingen die haar zulke grote zorgen baren. Zolang er maar genoeg mensen aan boord komen die zich er tegen uitspreken. ‘En ik vind het fijn dat ik daarin een rol kan spelen. Al weet ik maar één persoon te overtuigen. Ja, ik ben een idealist. Ik kan ook bij de pakken neer gaan zitten en zeggen: het is allemaal niet mijn verantwoordelijkheid. Maar je moet niet vergeten dat het allemaal superrecent is veranderd. Tien, twintig jaar geleden vond ik privacy ook belangrijk, maar had ik niks om me druk over te maken, want het zat wel goed. Ik denk dat we ons moeten richten op de vrijheden die we twintig jaar geleden hadden, en ons daar aan vast moeten houden. Er staan bepalingen in de grondwet die onze privacy beschermen. Daar wordt inmiddels de vloer mee aangeveegd, en het is heel belangrijk dat we ons daar tegen verzetten. Dus als er een moment is om op de barricaden te staan, zeker voor mijn generatie, dan is het nu.’