Buurtoverlast, straatroof, overvallen, drugshandel en jihadisme: Marokkaanse criminelen zijn overal. Wat verklaart die onstuitbare misdaadcarrière?

Daar zit Moppie. Naast zijn advocaat, pal voor de perstribune in de rechtszaal. De verdachte is klein en tenger. Hij wipt onrustig heen en weer op zijn stoel, en draait zich af en toe om naar het publiek. Dan toont hij een vriendelijke lach. In niets wijst zijn uiterlijk op dat van een koelbloedige moordenaar. Toch is Moppie eerder veroordeeld voor meerdere liquidaties.

Hij is in 1972 geboren in het Marokkaanse Beni Said en heet eigenlijk Mohamed. Maar dat was te lastig voor de Amsterdamse beroepscriminelen met wie de huurmoordenaar omging. Die houden niet van ingewikkeld. In die kringen word je vanzelf De Lange, de Schele, de Sigaar, de Neus, Zuurkool of Bolle genoemd. Of ‘Moppie’ in het geval van Mohamed. Hij is inmiddels old school, draait al twee decennia mee in het circuit van foute kaaskoppen. En dat maakt hem tot een goed...