Het moet gezegd, Geert Wilders heeft vreselijk zijn best gedaan bij het veroveren van de Noordelijke Provincies. Hij schoot hoogstpersoonlijk een kanon af in Boertange, schonk koffie aan bejaarden in Meppel en zette zich zelfs – geheel onverwacht – in voor de garnalenvissers op de Waddenzee. Maar een monsteroverwinning heeft het hem niet opgeleverd.

In Drenthe haalde Wilders nog geen tien procent, in Friesland kwam hij nauwelijks boven de acht en in Groningen bleef hij steken op een magere zeven procent van de stemmen. Wordt in de zuidelijke provincies het beeld bepaald door monsterscores als Echt-Susteren (27,3%) en Rucphen (32,2%), in het Noorden wordt de toon eerder gezet door gemeenten als Winsum (5,3%) en Littenseradiel (5%), waar men de geblondeerde leider liever ziet gaan dan komen.

Aan Wilders’ speech bij de presentatie van zijn kandidatenlijst in Friesland heeft het in ieder geval niet gelegen. De hele trukendoos ging open om de Friezen te paaien. ‘Ik ken –...