Buitenstaander in Wieringen

In ‘Een soort familie’ gaat Kees van Beijnum de provincie in, met een feelgood-verhaal waar je niet boos op kunt worden.

Bij ‘la Hollande profonde’ denken we literair direct aan het Nederland van vroeger, geregeerd door de God van Jan Siebelink. Maar het begrip strekt zich wijder uit, het omvat ook de tegenstelling stad (slecht) en platteland (goed). Het haastige stadsleven versus agrarische kalmte. Terug naar de akkers, waar nerveuze singles duurzaam geluk kunnen vinden bij kieskeurige, vruchtbare boeren die nog bij hun vitale ouders wonen.

Of dat werkelijk zo is, laat zich bevragen. Maar menig schrijver, Gerbrand Bakker voorop, spint garen bij die gewestelijke romantiek. Zo langzamerhand kun je een topografische kaart maken van Nederland, waarop de literaire reuksporen van schrijvers per provincie, gemeente of dorp gemarkeerd worden. Zo betreedt Kees van Beijnum (1954) in zijn nieuwe roman Een soort familie Joost Zwagerman-county:...