Is hij een gek? Een verslaafde? Een zielige zwerver? Of een gewiekste ‘provocateur’? Portret van de Damschreeuwer.

Op een zonnige avond in juni zit een man op een bankje voor makelaarskantoor Dokter op het Spui in Amsterdam. Hij is klein, heeft donker, kortgeschoren haar, en draagt een wit overhemd onder een goedzittend wollen pak. Daaronder steken blauwe geruite sokken uit nette suède schoenen. Naast hem staan vijf halve liters bier van het huismerk van Albert Heijn, die hij een voor een uitschenkt in een plastic beker. Af en toe loopt hij even naar de naastgelegen Coffee Company waar hij een ijsklontje bietst om zijn bier koud te houden.

De man lijkt zich thuis te voelen op zijn bankje. Hij legt servetjes onder zijn beker om geen kringen op het hout te maken, zijn sigarettenpeukjes drukt hij zorgvuldig uit in de goot. Als hij even alleen zit, speelt hij met zijn mobieltje, mompelt wat in zichzelf en begint soms uit het niets te giechelen. Maar hij heeft geen gebrek aan...