Sinds 11 september 2001 wordt Mohsin Hamid, vanwege zijn Aziatische uiterlijk bij aankomst op het vliegveld in Amerika lang, soms urenlang, onderzocht. In zijn bundel Onbehagen en beschaving schrijft hij zijn permanente onbehagen van zich af. Even luchtig als schurend.

In de roman De val van een fundamentalist, van de Pakistaanse schrijver Mohsin Hamid, zit de Pakistaanse verteller van het verhaal met een Amerikaans meisje aan het strand. Het is prachtig weer en het meisje doet het bovenstuk van haar bikini uit. Hoewel hij toch al een tijdje in Amerika studeert en allerlei intimiteiten heeft meegemaakt, zit hij er ineens sprakeloos bij, zich ‘scherp bewust van zichtbare vrouwenhuid.’

Het is een goed voorbeeld van nog steeds in twee werelden leven. De allesbedekkende kuisheid waaraan hij tot zijn achttiende gewend was, verlaat hem niet zo maar. In de bundel Berichten uit Lahore, New York en Londen, met de zwaarwichtige titel Onbehagen en beschaving, gaat het voortdurend...