Het vijfde deel van de Geschiedenis van de Nederlandse Literatuur gaat over de achttiende eeuw, de eeuw van de rede, maar ook van de sentimentele roman, de satirische tijdschriften, de letterkundige genootschappen en de eerste kranten.

In de lang als rationalistisch bekend staande achttiende eeuw werd juist flink werk gemaakt van het cultiveren van gevoelens. Daar werd dan weer geen maat in gehouden, zoals goed te zien is op een illustratie uit de roman Julia van Rhijnvis Feith, de sentimentalistische roman bij uitstek. Daarop is Eduard te zien, zittend op het graf van zijn geliefde Julia met wie hij niet mocht trouwen. Tegen zijn betraande gezicht houdt hij een zakdoek van het formaat tafellaken.

Dat cultiveren van gevoelens ging niet zonder een filosofische onderbouwing. De beschreven smart moest door de dichter of schrijver zelf ten diepste zijn ondergaan, anders kon hij er niet met overtuigingskracht over schrijven. Het kon geen koele schrijver zijn die met berekening de...