Op 26 mei 2003 stond Jan Peter Balkenende voor de tweede keer in zijn leven op de trappen van Huis ten Bosch. Naast hem: Gerrit Zalm en Thom de Graaf, vicepremiers in zijn nieuwe kabinet, dat was volgestouwd met liberalen. Het had anders kunnen lopen. Harer Majesteits informateurs, staatsraad Rein Jan Hoekstra en oud-minister Frits Korthals Altes, wilden niet meteen aansturen op een coalitie van CDA, VVD en D66.

Was een kabinet met steun van de kleine christelijke partijen een niet veel aantrekkelijker idee? Balkenende voelde wel voor gesprekken met de ChristenUnie en de SGP. De VVD was mordicus tegen. Een paar jaar later vertelde André Rouvoet aan Thijs Broer en mij hoe hij van de ene verbazing in de andere was gevallen. Zo deelde Gerrit Zalm hem meteen mee dat hij geen verstand had van immateriële zaken als abortus, euthanasie, embryo’s, klonen en het bordeelverbod. Daarover moest de fractievoorzitter van de ChristenUnie maar met VVD-Kamerlid Erica Terpstra gaan praten. ‘Ze...