Interview / Dichter bij de crisis

Als kunstenaar moet je ook ondernemer zijn, vindt ­Na­­­choem Wijnberg (1961). Hij heeft enig recht van spreken, als dichter van zo’n veertien bundels, schrijver van vier romans en als econoom.

Wijnberg is hoogleraar Cultureel Ondernemer­schap, een leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam die werd opgezet met financiële steun van de VandenEnde Foun­dation. Maar liever dan over de wetenschap heeft hij het over zijn poëzie, ‘want dat schijnt te helpen bij verspreiding en verkoop’.

Het is midden op de dag, buiten schijnt de zon, de dichter is in korte broek maar heeft het benedenhuis verduisterd. Aan de straatkant gesloten gordijnen, aan de tuinkant een door klimplanten overwoekerde veranda. Amster­dam-Zuid is Wijnbergs natuurlijke biotoop: ‘Mijn grootvader leefde in dit huis tot toen ik een jaar of vijf was, nu woon ik er zelf alweer een kwarteeuw.’ Op een hogere verdieping werkt zijn vrouw Alessandra Palmigiano, dichter en wetenschapper,...