De HOI-oplagecijfers van tijdschriften en kranten leiden tot goed-nieuws-gegoochel van journalisten.

Vorige week was het weer zo ver. HOI, het Instituut voor Media Auditing, publiceerde zijn driemaandelijkse oplagecijfers van de Nederlandse kranten en tijdschriften. Dat leidt elk kwartaal tot een allervermakelijkst ritueel. Pakken de resultaten slecht uit, dan ligt het aan les autres: seizoensinvloeden, het onrustige medialandschap, de algehele ontlezing, de e-paper die helaas lezers wegsnoept. Pakken ze gunstig uit, dan ligt het aan de eigen verdienste.

Binnenshuis gaat het grappig genoeg niet anders. Ik heb althans nog nooit een hoofdredacteur meegemaakt die tegenover zijn redacteuren ruiterlijk toegaf dat de oplage er nu wel heel somber uitzag – terwijl daar dikwijls alle aanleiding toe was. Steevast kwam hij met een virtuoze verklaring. Wist te vertellen waarom dat dit keer weliswaar zo léék, maar heus anders in elkaar stak. Waarna de redactie opgelucht ademhaalde en...