Een internetsurveillant hield een jaar lang jihadi’s op Facebook in de gaten. Hoe precies, dat lijkt niet meer te traceren.

75 gigabyte aan informatie en 2 miljoen bestanden verzamelde de recherche in het Haagse jihadproces. Maar de politie ‘vergat’ de gegevens van haar ‘eigen’ Facebook-pagina op te slaan, die een undercoveragent gebruikte voor online contact met de verdachten. Althans dat schrijft NRC Handelsblad. De krant pakte er donderdag groot mee uit en maakte zelfs een vergelijking met de IRT-affaire uit de jaren negentig.

Dat laatste lijkt lichtelijk overdreven. Ruim een jaar lang – van juli 2013 tot 1 september 2014 – moest de Haagse internetsurveillant ‘personen op internet uitlopen’, zoals dat in politiejargon heet. Op Facebook was hij actief onder de schuilnaam Aboe Noewas en via dat alias bevriend met de verdachten Azzedine C. en Soufiane Z.

Uit stukken uit het strafdossier – Vrij Nederland had daar inzage in – blijkt dat de rechercheur er onlangs...